Formule overzicht

<< Klik voor weergeven inhoudsopgave >>

Navigatie:  Traditionele meetstaten > Meetstaatmodellen > Model wijzigen >

Formule overzicht

Onderstaand het overzicht van alle funkties die in de formulekolommen van een meetstaatmodel gebruikt kunnen worden. De standaard rekenfuncties, zoals * / + en -, komen daar niet in voor.

Formule

Toelichting

Max

Maximum ofwel de grootste waarde van de opgegeven argumenten.

Notatie:

Max(a; b; c; d)

Min

Minimum ofwel de kleinste waarde van de opgegeven argumenten.

Notatie:

Min(a; b; c; d)

Pi

Constante met de waarde 3,14159265…

Notatie:

Pi()

e

Constante met de waarde 2,718284590….

Notatie:

e()

Wortel

Vierkantswortel.

Notatie:

Wortel(a)

Cos

Cosinus (hoek in graden).

Notatie:

Voorbeeld:

Cos(a)

Cos(180) = -1

Sin

Sinus (hoek in graden).

Notatie:

Voorbeeld:

Sin(a)

Sin(90) = 1

Tan

Tangens (hoek in graden).

Notatie:

Voorbeeld:

Tan(a)

Tan(135) = 1

Abs

Absolute waarde.

Notatie:

Voorbeeld:

Abs(a)

Abs(-123) = 123

Int

Gehele waarde.

Notatie:

Voorbeeld:

Int(a)

Int(3,5) = 3

Log

Logaritme met grondtal 10.

Notatie:

Voorbeeld:

Log(a)

Log(100) = 2

Ln

Natuurlijk logaritme.

Notatie:

Voorbeeld:

Ln(a)

Ln(e() * e()) = 2

Als

Voorwaarde.

Notatie:

Voorbeeld:

Als(voorwaarde;situatie1;situatie2)

Als(Lengte<1; 1;Lengte)

Afronden1

Afronden naar het dichtstbijzijnde gehele getal.

Notatie:

Voorbeeld:

Afronden1(a)

Afronden1(pi()) = 3

Afronden2

Afronden naar het dichtstbijzijnde veelvoud van het kleinste van de twee.

Notatie:

Voorbeeld:

Afronden2(a; b)

Afronden2(20;6) = 18

Omhoog

Afronden naar boven.

Notatie:

Voorbeeld:

Omhoog(a)

Omhoog(pi()) = 4

Omhoog

Afronden naar boven naar de dichtstbijzijnde veelvoud van het kleinste van de twee.

Notatie:

Voorbeeld:

Omhoog(a; b)

Omhoog(20; 6) = 24

Omlaag

Afronden naar beneden.

Notatie:

Voorbeeld:

Omlaag(a)

Omlaag (pi()) = 3

Omlaag

Afronden naar beneden naar het dichtstbijzijnde veelvoud van het kleinste van de twee, zodat het kleiner is dan de grootste.

Notatie:

Voorbeeld:

Omlaag(a; b)

Omlaag(20; 6) = 18

Nietnul

Als de waarde = 0 dan 1.

Notatie:

Nietnul(a)